U komt mij, lieve God,
zo nederig nabij,
in dagen van gemis
en moeite vindt u mij.
U daalt het duister in,
U deelt mijn angst en pijn,
zo dodelijk bedroefd
als maar een mens kan zijn,
een man van smarten die
ter aarde valt en schreit,
een lotgenoot, een vriend,
o Heer, die bij mij zijt,
ik bid U, laat het licht
dat doorbrak in uw smart,
de zon die Pasen heet,
ook dagen in mijn hart.
|